Werkgever maakt aanspraak op studiekosten. Werknemer stelt deze niet verschuldigd te zijn, omdat zij ten onrechte niet is teruggeplaatst in de functie van kandidaat gerechtsdeurwaarder, waardoor zij was genoodzaakt ontslag te nemen. Volgens de kantonrechter hebben partijen de intentie gehad dat als er plek beschikbaar zou zijn werknemer als kandidaat gerechtsdeurwaarder zal gaan werken. Dit is een voorwaardelijke verbintenis. De werkgever heeft de vervulling van de voorwaarde belet door de werknemer de functie van kandidaat gerechtsdeurwaarder niet aan te bieden. Daarbij heeft de werkgever verwezen naar de zwangerschappen van werknemer en heeft hij een andere (tijdelijke) werknemer in de functie benoemd, mede in verband met het zwangerschapsverlof van de werknemer. Dit doet het vermoeden rijzen van onderscheid naar geslacht. Werkgever heeft dat vermoeden niet kunnen weerleggen. Door de handelwijze van werkgever was er geen functie meer na haar verlof. Onder deze omstandigheden, mocht de werkgever van de werkneemster geen terugbetaling van de studiekosten verlangen.
Meest recente berichten
- Zwarte inkomsten zijn relevant bij het berekenen van partneralimentatie
- Het ontnemen van een corporate opportunity
- De overname van de echtelijke woning in tijden van Corona: wat kan en mag?
- Tijdelijk verlagen van de partner- en/of kinderalimentatie in tijden van Corona: wat is geoorloofd?
- Zorgregeling en Corona: welke gevolgen heeft het Coronavirus voor de uitvoerbaarheid van de omgangsregeling?
- Force majeure or contract amendments due to Corona
- Overmacht of contractwijziging door Corona
- Het coronavirus en het arbeidsrecht: belangrijke vragen beantwoord
- Bestuurdersaansprakelijkheid in het zicht van faillissement
- Verval vakantiedagen (langdurig) zieke werknemer bij einde dienstverband?